Over dit onderzoek

Het doel van deze handreiking is om hulp te bieden bij het opzetten en uitvoeren van onderzoek naar percepties over veiligheid- en gezondheidsrisico’s.

Het gaat dan om risicopercepties van burgers over technologieën die worden gebruikt in de energietransitie. De handreiking biedt een stap-voor-stap aanpak.

Samenvatting

Het doel van deze handreiking is om hulp te bieden bij het opzetten en uitvoeren van onderzoek naar risicopercepties. Het gaat dan om risicopercepties van burgers over technologieën die worden gebruikt in de energietransitie. Voorbeelden hiervan zijn windmolens, geothermie en zonneparken.

De handreiking biedt een stap-voor-stap aanpak voor het zo goed als mogelijk meten van de risicoperceptie en wordt in de figuur hierna gevisualiseerd:

 

De vijf stappen in de figuur hiervoor helpen bij het opbouwen van inzicht in de context waarin het onderzoek moet plaatsvinden, bij het kiezen van een of meer onderzoeksmethoden die daar geschikt voor zijn (ook in een precaire context), bij het bepalen van een passende opzet binnen de onderzoeksmethoden en bij het interpreteren van de onderzoeksresultaten. Bij het doorlopen van deze handreiking wordt de lezer er bijvoorbeeld op gewezen dat de enquête zeker niet de enige (of altijd de beste) methode is die beschikbaar is om de percepties van burgers te inventariseren (ook al wordt daar vaak automatisch aan gedacht).

Het verdient aanbeveling om alle vijf de stappen te doorlopen om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen van de percepties over veiligheids- en of gezondheidsrisico’s. Onder zo goed mogelijk verstaan we: zo accuraat mogelijk, zo actueel mogelijk en zo representatief mogelijk.

Bij het voorgaande moeten twee kanttekeningen worden geplaatst:

  1. Het doel is een representatief beeld te krijgen, maar dat laat onverlet dat risicopercepties per individu sterk uiteen kunnen lopen. Dat komt omdat er een groot aantal factoren is dat van invloed is op de risicoperceptie. De gemiddelde perceptie zegt dan ook niet zo veel. Veel betekenisvoller is het om zicht te krijgen op de variëteit aan percepties en de mate waarin ze vertegenwoordigd zijn en bij welke groepen.
  2. Risicopercepties van burgers kunnen heel veranderlijk zijn. Daarom moeten metingen altijd worden gezien als een momentopname. Daarbij is het ook van belang te beseffen dat het onderzoeken van risicopercepties ook (onbedoeld) invloed kan hebben op de gemeten risicopercepties. Bijvoorbeeld omdat mensen worden aangezet bewust na te denken over risico’s, omdat mensen (in het onderzoek) informatie krijgen of zelf informatie opzoeken over de risico’s.

Aanleiding en doel

De energietransitie is een innovatie-opgave waarbij gebruik kan worden gemaakt van tal van technologieën. De toepassing van deze technologieën, zoals bijvoorbeeld windmolens, geothermie en zonneparken, brengt ook een aantal onzekerheden met zich mee. Bijvoorbeeld omdat de technologieën nog relatief onbekend zijn of omdat de schaalgrootte van de toepassing nieuw is in ons land.

Om zicht te krijgen op de risico’s die burgers percipiëren, kan de overheid risicoperceptie-onderzoek (laten) uitvoeren. Verschillende situaties zijn denkbaar waarin de overheid graag zicht wil hebben op de risico’s die burgers percipiëren. Bijvoorbeeld wanneer de overheid moet bepalen welke technologieën worden ingezet om de klimaatdoelen te bereiken, wanneer de overheid zoekt naar een geschikte locatie voor de toepassing van een technologie of wanneer de overheid meer zicht wil krijgen op zorgen die leven. Hiermee kunnen deze zorgen, voor zo ver mogelijk, met maatregelen en beleidskeuzen worden verminderd.

Het doel van deze handreiking is om hulp te bieden bij het opzetten en uitvoeren van onderzoek naar risicopercepties. Het gaat dan om risicopercepties van burgers over technologieën die worden gebruikt in de energietransitie. Het onderzoek moet een zo betrouwbaar mogelijk beeld geven van de percepties over veiligheids- en of gezondheidsrisico’s.

Deze handreiking is nodig, omdat het opzetten en uitvoeren van een onderzoek naar percepties over veiligheid- en gezondheidsrisico’s complex is. Er zijn tal van factoren waarmee rekening moet worden gehouden. Ook zijn er veel verschillende wijzen denkbaar waarop dergelijk onderzoek kan worden vormgegeven. Deze handreiking geeft daarom aan:

  • Welke onderzoeksmethoden kunnen worden ingezet om risicopercepties te onderzoeken.
  • Welke variabelen van invloed zijn op de keuze voor een of meer onderzoeksmethode(n) en/of op de toepassing van deze onderzoeksmethode(n).
  • Welke onderzoeksmethoden in bepaalde contexten het meest voor de hand liggend zijn.
  • Wat de do’s en dont’s zijn bij het toepassen van de onderzoeksmethoden.
  • Wat aandachtspunten zijn bij het interpreteren van onderzoeksresultaten.

Doelgroep

De doelgroepen van deze handreiking zijn zowel de opdrachtgevers als de uitvoerders van risicoperceptie- onderzoek.

De handreiking helpt opdrachtgevers van risicoperceptie-onderzoek om te bepalen welk type onderzoek gegeven de context nodig of denkbaar is. Dat helpt om een goede aanbesteding te organiseren, een goede offerteaanvraag te maken of om zelf goed een risicoperceptie-onderzoek uit te voeren. De handreiking helpt uitvoerders van onderzoek om keuzen te maken in de onderzoeksmethoden die kunnen worden ingezet en geeft praktische tips bij de uitvoering.

Daarnaast kunnen andere belanghebbenden de handreiking gebruiken. Denk aan (risico)communicatieprofessionals van de directie communicatie bij het ministerie van EZK en/of andere ministeries en overheden. Of aan beleidsmedewerkers die onderzoek naar risicoperceptie willen (laten) uitvoeren.

Totstandkoming

Deze handreiking is gemaakt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De handreiking is geschreven door Bill van Mil en Frederique Uyterlinde van KWINK groep en Hans de Bruijn van de Technische Universiteit Delft, in samenwerking met Frenk van Harreveld (Universiteit van Amsterdam) en Menno van Duin (Instituut Fysieke Veiligheid). Bij de totstandkoming van deze handreiking is gebruik gemaakt van verschillende informatiebronnen en van de inbreng van diverse personen, waaronder betrokkenen, experts en (potentiële) gebruikers van de handleiding:

  • Literatuur- en documentonderzoek waarbij literatuur is bestudeerd over risicopercepties en factoren die daarop van invloed zijn. Ook is literatuur bestudeerd over verschillende soorten onderzoeksmethoden. Daarbij zijn onder meer andere toolboxen bestudeerd waarin relevante methoden zijn beschreven (vaak voor net een ander doel). Zo is bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de Toolbox Beleidsevaluaties van de Rijksoverheid, waarin verschillende type onderzoeksmethoden uitgebreid staan toegelicht. Klik hier voor een overzicht van de geraadpleegde literatuur.
  • Bijeenkomsten met de begeleidingscommissie. Dit onderzoek is begeleid door een commissie bestaande uit medewerkers van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Veiligheidsregio Utrecht. Klik hier voor een overzicht van de leden van de begeleidingscommissie.
  • Interviews met wetenschappers en andere experts op het gebied van onderzoek naar risicopercepties, aanvaarding van risico’s, risico-communicatie en andere aanpalende expertisegebieden. Klik hier voor een overzicht van gesprekspartners.
  • Interviews met potentiële gebruikers van de handvatten, ten einde de handvatten te toetsen en verder aan te scherpen. Klik hier voor een overzicht van de gesprekspartners.

Leeswijzer

In deze handreiking wordt regelmatig gesproken over risicoperceptie en de aanvaarding van risico’s. Deze termen refereren aan het volgende:

  • Risicoperceptie is het subjectieve oordeel dat mensen hebben over de kenmerken en de ernst van een risico. Het gaat dus niet om de feitelijke risico’s, maar om de risico’s die door mensen worden ervaren of die ze verwachten te ervaren. Bovendien gaat het in deze handreiking steeds om veiligheid- en/of gezondheidsrisico’s.
  • De aanvaardbaarheid van risico’s betreft de mate waarin mensen bereid zijn om een risico te aanvaarden of te nemen. Hoewel over het algemeen een hogere risicoperceptie gepaard gaat met een afnemende aanvaardbaarheid van het risico, is dit niet een vaststaand gegeven dat in alle situaties opgaat. Dat betekent dat een hoge risicoperceptie niet per definitie gelijk staat aan een lage aanvaardbaarheid van een risico, en omgekeerd. Dit staat overigens los van het politieke oordeel over de aanvaardbaarheid van het risico dat overblijft nadat voldaan is aan de veiligheidsnorm.

Deze handreiking is opgebouwd aan de hand van vijf stappen. Deze stappen geven toelichting en ondersteuning bij de verschillende fasen van het opzetten en uitvoeren van onderzoek naar risicopercepties. Het figuur hierna bevat een samenvattend overzicht.

  • In stap 1 wordt de gebruiker van deze handreiking geïnformeerd over wat op dit moment bekend is over de risicopercepties die burgers hebben bij verschillende energietechnologieën (stap 1A). Ook wordt toegelicht welke factoren een rol spelen bij de totstandkoming en de beïnvloeding van deze risicopercepties en de mate waarin mensen bereid zijn om risico’s te aanvaarden (stap 1B).
  • Stap 2 staat in het teken van het voorbereiden van het onderzoek. Om een geschikte onderzoeksmethode te kiezen (of meerdere methoden), is het raadzaam om eerst goed in beeld te brengen wat de doelstelling van het onderzoek is en hoe de (lokale) context eruitziet waarin het onderzoek moet worden uitgevoerd. Op grond van de kennis uit stap 1B (de contextuele factoren) worden handvatten geboden om deze (lokale) context in beeld te brengen. 
  • Stap 3 biedt ondersteuning voor het selecteren van één of meerdere onderzoeksmethoden.
  • Vervolgens staat stap 4 in het teken van het uitvoeren van het onderzoek. Per onderzoeksmethode worden aan een aantal do’s & don’ts benoemd. 
  • Tot slot wordt stap 5 toelichting gegeven op de interpretatie van de uitkomsten van risicoperceptie-onderzoek. Er worden aandachtspunten benoemt voor het interpreteren van de resultaten van risicoperceptie-onderzoek.